
De winterstop komt voor Feyenoord op een moment waarop bezinning noodzakelijk is. De ploeg van Robin van Persie kende een moeizame slotfase voor de onderbreking en worstelt al weken met terugkerende tactische problemen. Een analyse van het spel laat zien dat niet alleen de trainer, maar ook technisch directeur Dennis te Kloese een belangrijke rol speelt in het vinden van oplossingen.
Druk zetten zonder samenhang
Van Persie staat bekend als een trainer met een uitgesproken voetbalvisie. Zijn teams willen dominant zijn, vooruit verdedigen en het publiek vermaken. Ook bij Feyenoord ligt de nadruk vaak op hoog druk zetten, waarbij buitenspelers – veelal Anis Hadj Moussa – doordekken richting de spits.
Het probleem ontstaat wanneer die eerste druklijn wordt doorbroken. Feyenoord valt in die situaties te vaak uiteen in twee blokken. De verdediging zakt terug, terwijl middenveld en aanval blijven doordrukken. Hierdoor ontstaan grote ruimtes tussen de linies, waar tegenstanders dankbaar gebruik van maken. Met name de centrale verdedigers kiezen regelmatig voor veiligheid in plaats van doordekken, wat de disbalans versterkt.
Daar komt bij dat de middenvelders niet altijd de verdedigende meters maken die nodig zijn om het elftal compact te houden. Spelers als Quinten Timber, Luciano Valente en In-beom Hwang voelen zich comfortabel aan de bal, maar nemen in verdedigend opzicht soms te veel risico’s. Het gevolg: momenten waarop Feyenoord kwetsbaar is in de omschakeling.
Een meer pragmatische benadering lijkt daarom noodzakelijk. Minder constant jagen, vaker kiezen voor gecontroleerde drukmomenten en in fases lager verdedigen zou de stabiliteit ten goede kunnen komen.
Problemen tegen laag blok
Naast de defensieve kwetsbaarheid heeft Feyenoord ook moeite met het openbreken van compact verdedigende tegenstanders. In meerdere wedstrijden bleek dat het tempo in balcirculatie te laag ligt en dat diepgang zonder bal onvoldoende aanwezig is.
Binnen de huidige selectie zijn er weinig spelers die automatisch diepgaan. Ayase Ueda vormt daarin een uitzondering, maar verder ontbreekt het Feyenoord aan natuurlijke lopers achter de verdediging. De bezetting van het strafschopgebied is vaak ondermaats: te weinig spelers tegenover een overmacht aan verdedigers, of juist meerdere aanvallers die dezelfde loopactie maken.
Dat wijst op een gebrek aan vaste patronen. Met duidelijke afspraken – bijvoorbeeld over wie diepgaat wanneer een middenvelder indribbelt – kan dit worden verbeterd. Dit vraagt echter training, structuur en herhaling.
Opbouw onder druk
Waar Feyenoord in het begin van het seizoen nog relatief eenvoudig tot opbouw kwam, is dat beeld veranderd. Steeds meer tegenstanders sluiten het middenveld af en dwingen de verdedigers om het spel te maken. Juist daar ontbreekt het Feyenoord aan snelheid en precisie.
De centrale verdedigers beschikken niet over uitzonderlijke passing in de diepte, waardoor lange ballen of verticale oplossingen weinig rendement hebben. Dat maakt de opbouw voorspelbaar en traag, en vergroot de druk op de ploeg.
Een mogelijke oplossing ligt in variatie binnen de opbouw. Door bijvoorbeeld een middenvelder tussen de centrale verdedigers te laten zakken of backs anders te positioneren, kan Feyenoord extra passinglijnen creëren. Spelers als Valente beschikken over het inzicht en de trap om hierin een rol te spelen.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
De conclusie is duidelijk: Feyenoord heeft werk te verrichten op meerdere fronten. Van Persie zal moeten blijven sleutelen aan balans, discipline en pragmatisme binnen zijn spelidee. Tegelijkertijd ligt er ook een taak voor Te Kloese, die in de winterperiode moet kijken naar gerichte versterkingen die het profiel van de selectie completeren.
Meer diepgang, meer dynamiek en extra voetbalintelligentie zijn geen luxe, maar noodzaak. Het succes van Van Persie in zijn eerste volledige seizoen hangt mede af van de middelen die hij krijgt. Alleen met een betere afstemming tussen visie en uitvoering kan Feyenoord de volgende stap zetten en aansluiting houden met de top.