In een kolkende en intimiderende sfeer in het Sükrü Saracoglu-stadion heeft Feyenoord dinsdagavond een harde nederlaag geleden tegen Fenerbahçe: 5-2. De Rotterdammers begonnen sterk en kwamen via Tsuyoshi Watanabe op voorsprong, maar gaven het momentum vlak voor rust volledig uit handen. De fysieke en tactisch volwassen aanpak van José Mourinho’s ploeg bleek uiteindelijk doorslaggevend.
Na een droomstart, waarin Hwang-In Beom een vrije trap perfect op het hoofd van Watanabe plaatste (0-1), leek Feyenoord even controle te krijgen. Het Turkse publiek verstomde kort, maar defensieve onzekerheid en gebrek aan organisatie in de slotfase van de eerste helft kostten de bezoekers duur. Binnen enkele minuten scoorden Archie Brown (1-1) en John Durán (2-1), beide keren na slecht verdedigend werk waarbij met name rechtsback Jordan Lotomba kwetsbaar oogde.
Mourinho koos voor opportunistisch powervoetbal vanuit een 3-5-2-formatie, met veel lange ballen en direct spel. Feyenoord probeerde in de tweede helft voetballend terug te keren, maar miste scherpte in de afronding: invaller Gonçalo Borges faalde één-op-één, waarna Fred met een schitterend schot (3-1) de marge vergrootte.
Hoewel Feyenoord nog druk zette en via Watanabe de 4-2 scoorde, bleef de Rotterdamse defensie open liggen. En-Nesyri besliste het duel (4-1) en Talisca bekroonde het Turkse overwicht in blessuretijd (5-2). Over negentig minuten bezien was het verschil in fysieke kracht, volwassenheid en efficiëntie duidelijk, waardoor Feyenoords Champions League-campagne voortijdig ten einde kwam.