
In aanloop naar De Klassieker tussen Ajax en Feyenoord is de gebruikelijke vergelijking tussen de verwachte basiselftallen weer volop losgebarsten. Wanneer de linies van beide ploegen naast elkaar worden gelegd, lijkt Feyenoord op meerdere posities een streepje voor te hebben ten opzichte van de Amsterdammers.
Onder de lat valt de keuze licht in het voordeel van Feyenoord uit. Timon Wellenreuther maakt over het algemeen een stabielere indruk dan Vitezslav Jaros, die bij Ajax recent opnieuw het vertrouwen kreeg van Fred Grim. Beide keepers zijn niet foutloos geweest, maar Wellenreuther straalt meer rust uit en is inmiddels een vaste waarde in Rotterdam.
Ook op de backposities heeft Feyenoord voordeel. Jordan Bos is dit seizoen belangrijk in aanvallend opzicht en leverde al meerdere doelbijdragen af, terwijl Owen Wijndal bij Ajax vooral speelt bij gebrek aan alternatieven. Aan de rechterkant is het verschil kleiner, maar Jordan Lotomba wordt gezien als betrouwbaarder dan Anton Gaaei, die bij Ajax wisselvallig blijft presteren.
Centraal achterin laat Feyenoord eveneens een sterkere indruk achter. Anel Ahmedhodzic brengt ervaring, fysiek en leiderschap, terwijl Ajax met Aaron Bouwman vooral leunt op jeugdig enthousiasme. Bouwman ontwikkelt zich positief, maar mist nog de routine die nodig is voor een duel met de intensiteit van De Klassieker. In combinatie met Gijs Smal, die waarschijnlijk centraal moet spelen door blessures binnen de selectie, beschikt Feyenoord over meer balans dan Ajax, dat mogelijk moet schuiven met Ko Itakura.
Op het middenveld wordt het verschil duidelijker. Oussama Targhalline is uitgegroeid tot een sleutelspeler in het spel van Feyenoord. De Marokkaanse middenvelder combineert defensieve zekerheid met een vooruitdenkende speelstijl. Bij Ajax kan Youri Regeer daar nog niet structureel aan tippen. Ook Luciano Valente steekt in vorm en invloed boven Davy Klaassen uit. Valente heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot een publiekslieveling en bepalende schakel, terwijl Klaassen vooral waardevol blijft als ervaren kracht.
De vergelijking tussen Kenneth Taylor en Quinten Timber pakt meer in evenwicht uit. Beide middenvelders kennen een wisselvallig seizoen, maar leveren wel rendement. Timber heeft iets meer betrokkenheid bij doelpunten, maar Taylor brengt dynamiek en energie. Hier ontlopen de spelers elkaar nauwelijks.
Alles bij elkaar laat de spelersvergelijking zien dat Feyenoord op meerdere posities meer stabiliteit, vorm en groeipotentieel heeft. Dat geeft de Rotterdammers vertrouwen richting De Klassieker, waarin details en individuele duels opnieuw doorslaggevend kunnen zijn.